Direct naar de uitleg over de berekeningen in bemiddeling
Waarom alimentatie of onderhoudsgeld voor de kinderen
Onderhoudsgeld voor de kinderen is ligt steeds heel gevoelig bij beide ouders. Laten we daarom, voordat we over bedragen of berekeningen gaan spreken eens eerst even kijken waarover het eigenlijk gaat:
Jouw kinderen hebben het recht om het goed te hebben na jullie scheiding, ook financieel. Daar gaat alimentatie over; over niets anders.
Kinderen kosten geld, handen vol geld, dat is voor iedereen zo. Zowel voor ouders die bijeen wonen als voor ouders die apart wonen. Alleen … bij een scheiding word je wellicht voor het eerst met je neus op de feiten geduwd, want nu ga je voor het eerst kijken hoeveel je kinderen precies kosten. Geloof me, iedereen verschiet op het moment dat ze de kosten allemaal bijeen hebben, ‘ik wist niet dat het zoveel was’ hoor ik regelmatig in mijn kantoor. (In de volksmond zegt men wel eens dat elk kind een huis kost, misschien is het nog wel meer…)
Maar: wat als onze situatie verandert?
Dit is een bekommernis die ik vaak hoor. Daarom, en bij gebreke aan “glazen bol”, gaan we bij het bepalen van de alimentatie voor de kinderen steeds uit van de actuele situatie. Dat doet de familierechter trouwens ook altijd als hij/zij een onderhoudsgeld bepaalt. Als de omstandigheden wijzigen kan ook de overeenkomst wijzigen. Daarvoor ga je gewoon terug langs bij je bemiddelaar, die de wijzigingen doorgeeft aan de rechtbank. Als één van jullie twee niet zou willen bemiddelen, kan er bij gewijzigde omstandigheden ook éénzijdig naar de familierechter gestapt worden.
Onderhoudsgeld berekenen: hoeveel alimentatie voor onze kinderen?
Onderhoudsgeld berekenen is geen eenvoudige oefening. Al bemiddelend tot een billijk bedrag komen om te weten hoeveel alimentatie er voor de kinderen nodig is, is een heel proces waar toch wel de nodige aandacht aan besteed wordt tijdens de scheidingsbemiddeling.
De volgende stappen dienen gezet te worden om het onderhoudsgeld te berekenen:
Hoeveel kosten onze kinderen?
Het is niet gemakkelijk te achterhalen, maar het is inspanning die iedereen die een eerlijke alimentatie wil berekenen dient te leveren: zoek eens uit wat je kinderen kosten.
Ga zoeken in bankafschriften van het voorbije jaar naar betalingen van bijvoorbeeld kleding, schoenen, lidgelden van hobbyclubs en fitness, communicatiemiddelen en dergelijke meer. Maar ook een inschatting maken van wat je kroost maandelijks aan eten kost is noodzakelijk. Ook dien je in te schatten wat de impact van je kinderen is op de meeruitgave voor nutsvoorzieningen. De woning die je nodig hebt om je kinderen in te kunnen grootbrengen hoef je niet in te schatten, daarmee wordt rekening gehouden in de berekening van de draagkracht.
Wil je deze oefening echt niet maken, dan dien je terug te vallen op gegevens van statistieken. Deze geven enkel gemiddelde waarden en niet de werkelijke waarde voor jullie kinderen in jullie situatie.
Vaste maandelijkse kosten versus variabele en buitengewone kosten
Eens je de lijst alle uitgaven hebt die je zoal doet voor je kinderen in een jaar – en je bent de eerste verwondering te boven hoeveel dit wel is – volgt de tweede fase in het bepalen van de hoogte van alimentatie, namelijk het uitsplitsen van de kosten naar type.
1. zuivere verblijfsgebonden kosten
De zuivere verblijfsgebonden kosten zijn enkel de kosten die met het werkelijke verblijf van uw kinderen bij u te maken hebben. Dit zijn de kosten die verband houden met extra nutsvoorzieningen en het eten.
2. andere vaste kosten per maand, niet zuiver verblijfsgebonden
Dit zijn kosten waarop je gemakkelijk een bedrag per maand kan kleven, ofwel omdat het maandelijkse uitgaven zijn, ofwel een gemiddelde van het jaartotaal. Het zijn uitgaven die je goed kan ramen en waarvan je zeker weet dat ze er zijn. Voorbeelden hiervan zijn een koekenkaart in school, naschoolse opvang, gsm abonnement, kledij, fitnessabonnement, zakgeld.
3. variabele en buitengewone kosten
De variabele kosten per maand, hieronder vallen ook de buitengewone kosten, zijn kosten waarop je geen maandelijks bedrag kan kleven. Dikwijls zijn die grote kosten zoals de aankoop van een fiets of computer. Hieronder kunnen ook kleinere kosten vallen die je niet kan inschatten omdat je niet weet hoe veel je ze nodig hebt, bijvoorbeeld bezoeken aan de huisarts.
In deze categorie worden ook kosten ingedeeld die wel maandelijks zouden kunnen ingeschat worden, maar die echter voor een relatief korte periode zijn in het leven van het kind, zoals opvang in de crèche of bij de onthaalmoeder voor erg kleine kinderen, of de betaling van een studentenkot voor oudere kinderen. Om ervoor te zorgen dat de alimentatie niet dient aangepast te worden als zulke kosten wegvallen of aanvatten, worden deze meestal ook in deze korf van variabele kosten gezet.
Je kan er uiteraard voor kiezen alle niet-verblijfsgebonden kosten in deze korf van variabele en buitengewone kosten te steken, ook betreft het een vaste kost, hier neem je uiteraard samen de beslissing over. Het enige waarover je in dat geval moet waken is dat er geen discussie kan ontstaan over de uitgaven. Ook het afrekenen wordt dan veel uitgebreider.
Wie zorgt er voor betaling van welke kosten
Voor de zuivere verblijfsgebonden is dit gemakkelijk, deze volgen immers de gekozen verblijfsregeling.
Voor de vaste maandelijkse kosten die niet zuiver verblijfsgebonden zijn, dient er afgesproken te worden wie er voor welke kosten zorgt, er kan bijvoorbeeld afgesproken worden dat moeder voor de kleding zorgt en vader voor het inschrijvingsgeld van de sportclub. Voor deze kosten moet er dus duidelijk afgesproken worden wie wat betaalt, dit kan ook elk voor de helft zijn.
Voor de variabele en buitengewone kosten is dit ook eenvoudig: ofwel is er een kindrekening, ofwel worden ze om de 3 of 4 maanden verrekend tussen de ouders. Hierbij wordt de draagkracht van de ouders (zie verder) als verdeelsleutel gebruikt.
Het bedrag dat moeder maandelijks betaalt bestaat dus uit:
(totaal zuiver verblijfsgebonden kosten x %verblijfsregeling bij moeder) + (maandelijkse vaste kosten moeder)
Verder in de berekening noemen we dit : “bedrag dat moeder betaalt”
Het bedrag dat vader maandelijks betaalt bestaat dus uit:
(totaal zuiver verblijfsgebonden kosten x %verblijfsregeling bij vader) + (maandelijkse vaste kosten vader)
Verder in de berekening noemen we dit : “bedrag dat vader betaalt”
Basis bedrag bepalen voor het berekenen van het onderhoudsgeld
Het totale bedrag dat je in rekening brengt om de maandelijkse alimentatie te begroten is het bedrag dat samengesteld is uit alle vaste maandelijkse kosten, zowel de verblijfsgebonden kosten als de niet-verblijfsgebonden kosten.
Dit bedrag noemen we “maandelijkse kost kinderen”
De variabele en buitengewone kosten vallen hier buiten, omdat die afzonderlijk afgerekend worden.
Draagkracht van beide ouders
De draagkracht van beide ouders wordt berekend op de netto inkomsten van beide ouders. Alle netto inkomsten worden in rekening gebracht, niet enkel deze uit arbeid. Hier dient ook rekening gehouden te worden met vakantiegelden en het recht op een 13de maand, huurinkomsten en dergelijke meer.
Van deze netto inkomsten wordt een bedrag van 800 euro voor huisvesting afgetrokken alvorens de draagkracht berekend wordt, op die manier wordt er toch rekening gehouden met de kost die elk van de ouders heeft voor het voorzien van een woonst.
De draagkracht van de ouders wordt in een percentage uitgedrukt, en wordt als volgt berekend:
((netto inkomsten van 1 ouder – 800) / totale netto inkomsten) x 100
Op deze manier heb je twee percentages, één voor moeder en één voor vader waarmee we de berekening kunnen maken. Deze bedragen noemen we “draagkracht moeder” en “draagkracht vader”.
Werkelijk berekenen onderhoudsgeld
Nu hebben we alle gegevens verzameld en berekend die we nodig hebben, om aan het maandelijks bedrag van de alimentatie te komen moeten we nog enkele berekeningen doen:
Aan de hand van de draagkracht van moeder en van vader gaan we eerst berekenen hoeveel elk moet betalen. We nemen hiervoor het bedrag “maandelijkse kost kinderen” en vermenigvuldigen die me de draagkracht. Zo krijg je volgende bedragen:
“bedrag dat vader moet betalen” = “maandelijkse kost kinderen” x “draagkracht vader”
“bedrag dat moeder moet betalen” = “maandelijkse kost kinderen” x “draagkracht moeder”
De maandelijkse alimentatie is nu het verschil tussen wat ouders betalen en wat ze moeten betalen en wordt bekomen als volgt:
alimentatie = “bedrag dat moeder moet betalen” – “bedrag dat moeder betaalt”
en
alimentatie = “bedrag dat vader moet betalen” – “bedrag dat vader betaalt”
Als je de berekeningen juist gedaan hebt, is dit twee keer hetzelfde getal, de ene keer een positief getal, de andere keer een getal me een min-teken. Diegene die het bedrag heeft met het min-teken is diegene die het maandelijks onderhoudsgeld ontvangt (want die betaalt meer dan hij/zij moet betalen). De andere betaalt het maandelijks onderhoudsgeld.
Ik doe deze berekening altijd zowel voor vader als voor moeder, om te checken of ik nergens fouten heb gemaakt.
Véél rekenplezier !
(hulp nodig bij de berekeningen: neem gerust contact met ons op: 0497 880 481)
Naar Be-Mid voor een berekening te laten maken
Behalve alimentatie (ook wel onderhoudsgeld genoemd) voor de kinderen zijn er nog enkele andere financiële zaken waar je best even over nadenkt. Ik zet ze kort voor je op een rijtje:
- welke regeling wil je voor de kinderbijslag
- wie krijgt de fiscale aftrek voor de kinderen ten laste
- hoe zit het met de fiscale aftrekbaarheid van onderhoudsgelden voor de kinderen
- wil je graag werken met een kindrekening of niet
- wie zorgt er voor dat de hospitalisatieverzekering voor de kinderen in orde is en hoe wordt dat financieel geregeld
De wetgeving over alimentatie voor kinderen – artikel 203 BW
§ 1. De ouders dienen naar evenredigheid van hun middelen te zorgen voor de huisvesting, het levensonderhoud, de gezondheid, het toezicht, de opvoeding, de opleiding en de ontplooiing van hun kinderen. Indien de opleiding niet voltooid is, loopt de verplichting door na de meerderjarigheid van het kind.
§ 2. Met middelen wordt onder andere bedoeld alle beroepsinkomsten, roerende en onroerende inkomsten van de ouders, alsook alle voordelen en andere middelen die hun levensstandaard en deze van de kinderen waarborgen.
§ 3. De langstlevende echtgenoot is gehouden tot de verplichting gesteld in paragraaf 1 ten aanzien van de kinderen van de vooroverleden echtgenoot van wie hij niet de vader of de moeder is, binnen de grenzen van hetgeen hij heeft verkregen uit de nalatenschap van de vooroverledene en van de voordelen die deze hem mocht hebben verleend bij huwelijkscontract, door schenking of bij testament.