“De vraag is hoe pubers “omgaan” met de scheiding van hun ouders.
De pubertijd is op zich een uiterst boeiende periode, maar soms ook een uiterst heftige periode. Dit zowel voor de ouders als hun pubers.
De hormonen gieren met momenten erg heftig en leiden vaak tot impulsieve reacties. De pubers kunnen niet altijd goed de gevolgen van hun handelingen inschatten, waardoor ze met moeite hun leven georganiseerd krijgen. Ze kunnen gewoon niet aan alles tegelijk denken, én hun schoolboeken, én hun taken plannen én voorbereiden, hun gerief opruimen, én dit alles onder controle houden, dat is een (bijna) onoverkomelijke opgave.
Eigen identiteit
In de periode voor de pubertijd kunnen kinderen zich niet los zien van hun ouders. De ouders maken integrerend deel uit van hun leven. Een leven zonder één of beide ouders is voor die kinderen niet voor te stellen.
In de puberteit verandert dat en worden pubers zich bewust van hun eigen identiteit (Wie ben ik). Daarom dat ze ook uren voor de spiegel staan, zich ergeren aan dat ene puistje en zich druk maken omdat de kleurencombinatie van hun kledij helemaal niet cool blijkt te zijn. Door dat zoeken naar een eigen identiteit gaan ze zich afzetten tegen hun ouders. Dit geeft soms aanleiding tot heftige discussies wanneer de ouders de confrontatie aangaan. De vraag is of dat dit laatste altijd noodzakelijk is. De puber heeft een probleem en door de confrontatie aan te gaan, gaat de ouder het probleem van de puber tot het zijne/hare maken.
Vermits pubers nog volop met zichzelf bezig zijn en hun eigen identiteit nog dienen te ontwikkelen, kunnen ze zich nog niet zomaar verplaatsen in het standpunt van anderen. Dat is eerder iets voor adolescenten die dat al vrij goed kunnen en een duidelijk onderscheid kunnen maken tussen het leven van henzelf en dat van hun ouders en zich daarin kunnen verplaatsen. Pubers zijn zover (nog) niet. Daardoor hebben ze de neiging om hun omgeving (en de wereld) vrij zwart-wit te benaderen, voor de grijze nuanceringen is er nog geen plaats en empathie is amper aanwezig.
Deze worsteling met hun identiteit maakt veel pubers hoogst onzeker. Ze hebben daardoor de neiging zich te conformeren naar de vriendengroep waarin ze zich bewegen.
Organiseren is moeilijk voor pubers
Kleinere kinderen helpen we vanzelf als het over organiseren gaat. We weten dat ze dat nog niet kunnen. Omdat pubers zich soms kunnen voordoen alsof ze ‘al groot’ zijn, verwachten we het van hen wel, maar de meeste pubers hebben het dan nog niet geleerd. Ze hebben het nog moeilijk om te organiseren en zijn het volop aan het leren.
Vermits ze het zo moeilijk hebben hun leven te organiseren, willen ze hun leven houden zoals het is. De minste verandering kan hen en hun leven uit evenwicht brengen.
Ik herinner me nog zeer goed toen onze kinderen destijds in de pubertijd waren. Hun mama en ik spraken gewoonweg maar het idee uit van een mogelijke verhuis van ons gezin. Dit uitspreken alleen al deed een ongezien protest op gang komen. Onze pubers wilden daar helemaal niets van weten. Zij waren er niet goed van en we hebben die plannen opgeborgen totdat onze kinderen zelf het huis verlaten hebben.
Impact van een scheiding op je puber
De vraag is dan ook wat dit betekent voor de puber wanneer de ouders uit mekaar gaan.
Pubers hebben een hartsgrondige hekel aan verandering, welnu een (echt)-scheiding van hun ouders zet hun volledige wereld op z’n kop.
Plots hebben ze twee woningen en dienen ze regelmatig te verhuizen van de ene naar de andere ouder, en als er verhuisd moeten worden, verandert hun weg naar school. In een aantal gevallen dienen ze dan nog van school te veranderen waardoor ze hun vrienden gaan missen.
Ook in het geval wanneer er één van de ouders in de oorspronkelijke gezinswoning blijft, vinden er veranderingen plaats. In de oorspronkelijke gezinswoning ligt het centrum van hun belangen. Als ze dan bij de andere ouder zijn, voelen ze zich afgesloten van hun vrienden en vriendinnen, van hun normale uitgaansbuurt, het pleintje waar ze gaan hangen, voetballen en gezellig wat rondklitten. Dat is ook de reden waarom een week/week regeling (bilocatie) niet altijd werkzaam is voor pubers. Ze gaan dan immers ook hun kamer en hun vertrouwde omgeving missen.
Hoewel veel van hun vrienden en vriendinnen zich in een gelijkaardige situatie bevinden, gaan ze zich toch als niet-normaal beschouwen. Ook pubers (en bij uitbreiding alle kinderen) gaan ervan uit dat het gezin (moeder, vader en hun kinderen) de maatschappelijke norm is.
Hierbij aansluitend hebben pubers het enorm moeilijk met de praktische verhuis van de ene naar de andere ouder. Ze kunnen het allemaal heel moeilijk georganiseerd krijgen, moeten van alles meenemen (schoolboeken, hun smartphone, kledij enz.). Dit is voor hen heel moeilijk. Ook het over en weer gezeul vinden ze helemaal niet kunnen. Het wordt nog erger in hun ogen wanneer ze bij de andere ouder aankomen en dan tot de vaststelling komen dat ze van alles vergeten zijn. Zij hebben dan ook de neiging om al die bijkomende problemen die ze ondervinden toe te schrijven aan de scheiding van hun ouders.
Immers, hun vrienden of vriendinnen waarvan de ouders nog bij mekaar zijn, hebben uiteraard die verhuis- en andere problemen niet.
Door al deze veranderingen gaan ze zich onzeker voelen. Terzelfder tijd voelen ze ook zeer goed de zorgen en onzekerheid van hun ouders aan. Dat maakt hen zelf nog onzekerder.
PAS en parentificatie
Door hun gebrek aan empathie en hun zwart-wit denken hebben pubers nog al eens de neiging een schuldige aan te wijzen. Die is dan verantwoordelijk voor alle leed dat aan de anderen (“onschuldige ouder” en de kinderen) wordt aangedaan.
Als er tussen de ouders een derde in het spel is, dan is hun conclusie snel gemaakt. Het is voor hen moeilijk in te zien dat beide ouders hun eigen en gemeenschappelijk aandeel hebben in hun relatieproblematiek.
Dit veroordelend denken kan al snel leiden tot de volledige afwijzing van de in hun ogen “schuldige ouder”. Anderzijds kan er een te grote identificatie met de zogenaamde “onschuldige ouder” optreden.
In het eerste geval wordt de band met de “schuldige ouder” compleet uitgehold. In vele gevallen wordt deze verbroken of minstens als zeer negatief ervaren. Dit kan leiden tot ouderverstoting (PAS syndroom) wanneer vastgesteld wordt dat kinderen één van hun ouders stelselmatig afwijzen. In het andere geval dreigt het gevaar van parentificatie met de in hun ogen “onschuldige ouder”. Dit wil zeggen dat de puber de ouderrol gaat overnemen in een situatie waarin de ouder dit niet wil of kan. Beide gevallen (PAS – syndroom én parentificatie) zijn nefast voor de ontwikkeling van de puber.
Uit mijn praktijk herinner ik me 2 tieners van 12 en 14 jaar (een jongen en een meisje) wier mama een relatie was begonnen met een andere man. Zij had de stap naar de echtscheiding gezet. Hun papa was compleet van de kaart. De signalen gingen bij mij onmiddellijk in de richting van zowel een parentificatie met vader als een verstoting van moeder. Ik heb zowel bij vader als moeder erop aangedrongen hulp te zoeken, vooral voor hun kinderen, maar ook voor zichzelf. Vader en moeder hadden een totaal verschillende kijk op hulpverlening. De hulpverlening kwam te traag en niet efficiënt genoeg op gang. Ik vrees dan ook dat deze kinderen later in hun volwassen leven op één of andere manier terug op dit probleem zullen stuiten. Op dat ogenblik bots je als bemiddelaar op je eigen grenzen. Een bemiddelaar is geen rechter en kan niets aan de ouders opleggen, zelfs niet als dat in het belang van de kinderen is.
Zich afsluiten, vluchtgedrag
Een andere houding die pubers vaak aannemen, is zich terugtrekken uit het probleem van hun ouders.
Ze gaan zich van de scheiding afwenden en sluiten zich er volledig van af. Ze gaan zich op hun kamer terugtrekken en wensen er niets over te weten. Dit gedrag zie je ook regelmatig bij adolescenten en volwassen kinderen. Adolescenten en volwassen kinderen zien in dat dit het probleem is van hun ouders, dat er voor elk standpunt wel iets te zeggen is. Zij laten het probleem bij hun ouders die dit als volwassen mensen zelf dienen op te lossen. Ze laten het los, zonder er een oordeel over te vellen. Bij een puber is dit echter meestal vluchtgedrag.
Ook kan een puber zich, wanneer hij ziet dat zijn ouders in problemen zitten, zich zoveel mogelijk wegcijferen. Hij wil geen bijkomende problemen creëren en dit geeft dan de indruk dat alles prima verloopt. Dit gebeurt zeer regelmatig. De ouders denken dan dat hun kinderen de echtscheiding prima verteren en er niet de minste hinder van ondervinden. Het tegendeel is soms waar : pubers kunnen dat uitstekend verbergen.
In het geval dat pubers zich gaan terugtrekken uit de scheiding van hun ouders, wekt dit bij veel ouders de indruk dat de puber in kwestie onverschillig is. Ook dit is een misvatting: de kinderen zijn helemaal niet onverschillig. Ze zijn erg begaan met de zorgen en het verdriet van hun ouders, doch kunnen dit gewoon (nog) niet hanteren.
Hoe vertel je je puber dat je gaat scheiden?
Met het bovenstaande in ons achterhoofd, is de volgende vraag hoe we aan pubers gaan uitleggen dat vader en moeder gaan scheiden (de scheidingsmelding).
Het best communiceren ouders op een open, eerlijke en duidelijke manier. Dit doen jullie best samen. Je geeft hiermee het positief signaal aan je kinderen dat, hoewel jullie als partners uit elkaar gaan, je nog gezamenlijk en samen ouder blijft. De wijze waarop jullie dit vertellen, het respect dat je toont naar mekaar en naar je kinderen toe, is hierbij belangrijk. Dit bepaalt mee hoe kinderen daarna zelf met de scheiding zullen omgaan. Als je dit op een genuanceerde manier doet, zonder wederzijdse verwijten en met empathie naar mekaar en naar de kinderen toe, dan is dit een zeer belangrijke en positieve stap in het verhaal.
Je hoeft zeker niet alle details te vertellen. Je puber dient het verhaal te krijgen in woorden die hij begrijpt. Het is een evenwichtsoefening tussen je puber niet te onderschatten, maar ook niet te overschatten. Als dit op een goede manier gebeurt, kan je puber zich het verhaal eigen maken en ermee aan de slag gaan. Ook is het belangrijk dat je puber vragen kan en mag stellen. Hij/zij heeft het recht op een eerlijk en duidelijk antwoord. Het allerbelangrijkste is dat je puber gerustgesteld wordt en dat jullie duidelijk aangeven dat niet hij, maar jullie, de problemen zullen oplossen.
Hoewel aan kinderen/pubers niet alles verteld dient te worden, mogen we ook niet teveel voor hun verbergen. Pubers zijn soms veel wijzer dan hun ouders kunnen inzien en hebben wellicht al veel langer zaken zien aankomen die de ouders zelf niet hadden zien aankomen.
Geef hun ook mee dat er weliswaar problemen kunnen komen, maar dat het aan de ouders is om die op te lossen. Stel het kind niet verantwoordelijk voor bijvoorbeeld de financiële problemen bij een echtscheiding. Een alleenstaande ouder zal het financieel moeilijker hebben dan de andere ouder die wellicht een nieuw samengesteld gezin aangaat. Dit is echter niet iets om je puber mee te belasten.
Stel je kind gerust en neem zelf je verantwoordelijkheid.
Geef volgende boodschap duidelijk aan je puber mee:
Ondanks alle veranderingen die op til zijn, ondanks alles wat er gebeurd is tussen je ouders:
- Wij willen het allerbeste voor onze kinderen.
- Wij zien onze kinderen graag, en jullie zijn en blijven het belangrijkste.
- We hebben samen het vertrouwen dat het met onze kinderen goed komt.
Volwassenen nemen soms beslissingen in hun leven die hun kinderen niet altijd (volledig) begrijpen of waar de kinderen zich zelfs helemaal niet in kunnen vinden. Als deze kinderen in woord en daad duidelijk wordt gemaakt dat ze graag gezien worden door hun ouders en dat de ouders in en na de scheiding respectvol met de kinderen blijven omgaan, dan komt het op het einde van de rit allemaal wel goed en terecht.