De wet van 30 juli 2013 heeft de Familie- en Jeugdrechtbank opgericht en sinds 1 september 2014 is deze nieuwe in werking getreden.
Dankzij de wet op de Familierechtbank werd er een (langverwacht en langgevraagd) einde gemaakt aan de problematiek dat in familiale aangelegenheden een aantal diverse Rechtbanken bevoegd waren en dat het soms heel moeilijk was om uit te maken welke Rechtbank in welk geval nu een bepaalde zaak al dan niet diende te trancheren.
Soms hoor je als bemiddelaar op het einde van de rit je cliënten nog vragen wanneer ze nu naar de Vrederechter dienen te gaan om hun overeenkomst te laten homologeren. Dat is dus ondertussen achterhaald door de feiten. De Vrederechter, de Rechter in Kortgeding, de echtscheidingsrechter: geen van allen komt nog tussen. Het is enkel de Familierechtbank die al deze zaken behandelt.
De wet heeft dus in elke Rechtbank van Eerste Aanleg een sectie Familie- en Jeugdrechtbank opgericht naast de burgerlijke, correctionele en eventuele strafuitvoeringssectie van de Rechtbank van Eerste Aanleg.
De sectie Familie- en Jeugdrechtbank bestaat zelf uit een familiekamer, een jeugdkamer en kamers voor minnelijke schikking.
Alle familiale geschillen komen voor deze familiekamers en voor elk gezin is er één en hetzelfde familiedossier en één en dezelfde Rechter.
De jeugdkamers van de Familie- en Jeugdrechtbank behandelen thans nog enkel protectionele zaken (dit zijn die zaken waarin minderjarige kinderen zich in een verontrustende opvoedingssituatie bevinden). Vroeger waren er ook burgerlijke kamers op de Jeugdrechtbank: de materie van die Kamers werden ook toegewezen aan de familiekamers.
Welke zaken komen nu voor de Familierechtbank?
Alle familiale zaken die vroeger voorkwamen voor de Voorzitter in Kortgeding, de echtscheidingsrechter, de Vrederechter en de burgerlijke kamers van de Jeugdrechtbank in familiale aangelegenheden.
Grofweg kan men stellen dat alles i.v.m. huwelijk, wettelijke samenwoonst, echtscheiding, minderjarige en meerderjarige kinderen (alimentatie), onroerende goederen hierin betrokken enz. behandeld worden door de Familierechtbank.
Dit brengt met zich mee dat voor alle bemiddelde familiale zaken wij, als familiale bemiddelaars, het nodige zullen doen voor de Familierechtbank.
Welke Familierechtbank is bevoegd?
In alle bovenstaande gevallen is die Familierechtbank bevoegd volgens de woonplaats van het minderjarig kind, bij gebreke aan minderjarig kind deze van de laatste echtelijke woonplaats van de echtgenoten.
Wanneer dus in een echtscheiding de laatste echtelijke woonst van man en vrouw Antwerpen was, de man ondertussen woont in Mechelen en de vrouw in Turnhout doch hun enig kind is ingeschreven bij de grootouders in Sint-Niklaas dan is de Rechtbank van Oost-Vlaanderen, afdeling Dendermonde bevoegd om de echtscheiding te behandelen en de overeenkomsten i.v.m. het minderjarig kind al dan niet te homologeren.
Persoonlijke aanwezigheid van de partijen
Voor de meeste Familierechtbanken is steeds de persoonlijke aanwezigheid van de partijen (niet de kinderen uiteraard) vereist, behalve wanneer in een bepaalde zaak een akkoord is bereikt dat tot stand is gekomen door een erkend bemiddelaar in familiezaken (familiale bemiddelaar) dan is de persoonlijke aanwezigheid van de partijen niet meer vereist en kunnen zij vertegenwoordigd worden door hun advocaten.
Wanneer de betrokken partijen echter niet kiezen voor een procedure maar voor een bemiddeling en de familiale bemiddelaar stelt een overeenkomst die door de partijen ondertekend worden dan zal in dat geval de familiale bemiddelaar het nodige doen om de zaak neer te leggen op de Familierechtbank en zal de Rechtbank deze overeenkomst homologeren na de partijen opgeroepen te hebben.
Dit is dus onze wijze van werken. Er zijn uiteraard ook bemiddelaars die na ondertekening van de documenten het verder aan hun cliënten overlaten om alles neer te leggen op de Familierechtbank. Wij vrezen dat op deze wijze er een aantal overeenkomsten gewoon niet op de Familierechtbank geraken…
Hiervoor is dus wel een (weliswaar korte) aanwezigheid van de partijen vereist voor de Rechtbank.
In de praktijk is het meestal een formaliteit daar een Familierechter niets mag wijzigen aan een overeenkomst die werd opgesteld door een erkend bemiddelaar in familiezaken.
Deze bemiddelaar zal er trouwens voor zorgen dat de bemiddelde overeenkomst duidelijk is (niet voor interpretatie vatbaar is) evenwichtig (in het belang van de kinderen en van hun ouders) en waarbij alle betrokkenen zich goed voelen.
Het horen van kinderen
De mogelijkheid tot het horen van kinderen werd uitgebreid.
Kinderen ouder dan 12 jaar worden steeds gehoord (of minstens opgeroepen) en kinderen jonger dan 12 worden uitgenodigd wanneer zij zelf hierom vragen, wanneer één van de ouders hierom vraagt of op vraag van het Parket.
Ook kan de Rechter in dit geval zelf beslissen kinderen jonger dan 12 jaar te horen.
Het spreekt voor zich dat wanneer er een bemiddeld akkoord is tussen de ouders en de Familierechter dit bemiddeld akkoord zal homologeren de kinderen uiteraard niet meer uitgenodigd worden tot verhoor.
De uitnodiging tot verhoor komt er enkel maar wanneer er onenigheid is tussen de ouders over de verblijfsregeling van de kinderen.
Eens er een familiedossier is bij de Familierechtbank zal de Familierechtbank bevoegd blijven voor dit kind of deze kinderen voor wat betreft de verblijfsregeling tot hun 18 jaar en voor de alimentatie tot zolang de alimentatieverplichting loopt, dit kan voor kinderen dus ook nog doorlopen tijdens hun meerderjarigheid.
Dit noemt men de blijvende of permanente saisine van de Familierechtbank.
Een kleine wijziging i.v.m. de echtscheiding met onderlinge toestemming
De procedure werd nog verder ingekort.
Voor de invoering van de wet op de Familierechtbank was er steeds sprake van minstens één verschijning maximum twee verschijningen door de echtgenoten voor de Familierechtbank.
Thans is dit ingekort:
Is er een feitelijke scheiding tussen de echtgenoten van meer dan zes maanden op het ogenblik van het neerleggen van het echtscheidingsdossier op de Familierechtbank dan is er geen verschijning van de echtgenoten voor de Familierechtbank meer vereist en is de procedure louter schriftelijk: als alles in orde is volgt later gewoonweg het vonnis.
In alle andere gevallen is er slechts één verschijning nodig voor de Familierechtbank inzake echtscheiding met onderlinge toestemming, waar er vroeger twee verschijningen waren.
Op deze wijze wordt de echtscheiding met onderlinge toestemming nog sneller en eenvoudiger waardoor hij het instrument bij uitstek wordt om de echtscheiding te regelen voor de cliënten.